Woordenlijst
Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.

doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.

leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.

antwoorden
De student beantwoordt de vraag.

verloven
Ze hebben stiekem verloofd!

sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.

gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.

weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.

vermijden
Ze vermijdt haar collega.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.
