Woordenlijst
Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

repareren
Hij wilde de kabel repareren.

opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

bedekken
Ze bedekt haar gezicht.

verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.

naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.

begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.

corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.

voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
