Woordenlijst
Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

wachten
We moeten nog een maand wachten.

stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!

sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.

achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.

liggen
De kinderen liggen samen in het gras.

studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.

accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
