Woordenlijst

Portugees (BR) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/108556805.webp
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
cms/verbs-webp/124525016.webp
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
cms/verbs-webp/111021565.webp
walgen van
Ze walgde van spinnen.
cms/verbs-webp/47241989.webp
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/123298240.webp
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
cms/verbs-webp/130814457.webp
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/27076371.webp
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/95543026.webp
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
cms/verbs-webp/125319888.webp
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/80325151.webp
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/101742573.webp
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.