Woordenlijst

Roemeens – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/108556805.webp
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
cms/verbs-webp/119404727.webp
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/86196611.webp
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/46998479.webp
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/101742573.webp
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/49374196.webp
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/87205111.webp
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/75508285.webp
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/78063066.webp
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
cms/verbs-webp/32796938.webp
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
cms/verbs-webp/98977786.webp
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?