Woordenlijst
Russisch – Werkwoorden oefenen

gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.

rinkelen
De bel rinkelt elke dag.

dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.

sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.

sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.

verbranden
Je moet geen geld verbranden.

begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.

bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.

sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.

houden
Je mag het geld houden.
