Woordenlijst

рассказывать

Она рассказывает ей секрет.

rasskazyvat‘

Ona rasskazyvayet yey sekret.

vertellen

Ze vertelt haar een geheim.

провести ночь

Мы проводим ночь в машине.

provesti noch‘

My provodim noch‘ v mashine.

overnachten

We overnachten in de auto.

искать

Я ищу грибы осенью.

iskat‘

YA ishchu griby osen‘yu.

zoeken

Ik zoek paddenstoelen in de herfst.

ориентироваться

Я хорошо ориентируюсь в лабиринте.

oriyentirovat‘sya

YA khorosho oriyentiruyus‘ v labirinte.

de weg vinden

Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.

следовать

Моя собака следует за мной, когда я бегаю.

sledovat‘

Moya sobaka sleduyet za mnoy, kogda ya begayu.

volgen

Mijn hond volgt me als ik jog.

хотеть

Он хочет слишком много!

khotet‘

On khochet slishkom mnogo!

willen

Hij wil te veel!

убеждать

Ей часто приходится убеждать свою дочь есть.

ubezhdat‘

Yey chasto prikhoditsya ubezhdat‘ svoyu doch‘ yest‘.

overtuigen

Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

оставлять

Они случайно оставили своего ребенка на станции.

ostavlyat‘

Oni sluchayno ostavili svoyego rebenka na stantsii.

achterlaten

Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

отвечать

Врач отвечает за терапию.

otvechat‘

Vrach otvechayet za terapiyu.

verantwoordelijk zijn voor

De arts is verantwoordelijk voor de therapie.

кормить

Дети кормят лошадь.

kormit‘

Deti kormyat loshad‘.

voeden

De kinderen voeden het paard.

предпочитать

Многие дети предпочитают конфеты здоровой пище.

predpochitat‘

Mnogiye deti predpochitayut konfety zdorovoy pishche.

verkiezen

Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.

участвовать

Он участвует в гонке.

uchastvovat‘

On uchastvuyet v gonke.

deelnemen

Hij neemt deel aan de race.