Woordenlijst
Slovaaks – Werkwoorden oefenen

bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.

serveren
De ober serveert het eten.

melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.

liggen
Ze waren moe en gingen liggen.

omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.

verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.

begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

branden
Er brandt een vuur in de open haard.

sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.

sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.

stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
