Woordenlijst
Slovaaks – Werkwoorden oefenen

schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.

brengen
De koerier brengt een pakketje.

verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.

overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.

handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.

dienen
Honden dienen graag hun baasjes.

kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
