Woordenlijst
Sloveens – Werkwoorden oefenen

helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.

bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.

vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

oefenen
De vrouw beoefent yoga.

ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.

herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?

bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.

bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.

schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
