Woordenlijst
Sloveens – Werkwoorden oefenen

achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.

begeleiden
De hond begeleidt hen.

duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

voeden
De kinderen voeden het paard.

bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?

kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.

meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.

trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.

willen
Hij wil te veel!

voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
