Woordenlijst
Albanees – Werkwoorden oefenen

openen
Het kind opent zijn cadeau.

rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.

toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.

de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.

toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.

reizen
We reizen graag door Europa.

verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.

besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.

begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.

uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.

plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
