Woordenlijst
Albanees – Werkwoorden oefenen

gaan
Waar gaan jullie beiden heen?

vermijden
Ze vermijdt haar collega.

parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

uitsluiten
De groep sluit hem uit.

leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.

verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.

openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.

hangen
IJsspegels hangen van het dak.

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.

beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.

hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
