Woordenlijst
Albanees – Werkwoorden oefenen

bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.

beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.

rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.

controleren
De tandarts controleert de tanden.

terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.

begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?

activeren
De rook activeerde het alarm.

lukken
Deze keer is het niet gelukt.

sterven
Veel mensen sterven in films.

aanraken
Hij raakte haar teder aan.
