Woordenlijst
Albanees – Werkwoorden oefenen

sturen
Ik stuur je een brief.

durven
Ik durf niet in het water te springen.

annuleren
Het contract is geannuleerd.

overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!

bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.

houden
Je mag het geld houden.

stoppen
Hij stopte met zijn baan.

teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.

branden
Er brandt een vuur in de open haard.
