Woordenlijst

Albanees – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/62069581.webp
sturen
Ik stuur je een brief.
cms/verbs-webp/93031355.webp
durven
Ik durf niet in het water te springen.
cms/verbs-webp/50772718.webp
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/64053926.webp
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/121112097.webp
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
cms/verbs-webp/120259827.webp
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/107996282.webp
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/119289508.webp
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/44127338.webp
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
cms/verbs-webp/111750395.webp
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
cms/verbs-webp/93221279.webp
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/75001292.webp
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.