Woordenlijst
Albanees – Werkwoorden oefenen

benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.

bedekken
Ze bedekt haar haar.

dansen
Ze dansen verliefd een tango.

parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.

ondertekenen
Hij ondertekende het contract.

wandelen
De groep wandelde over een brug.

een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

schrijven
Hij schrijft een brief.

kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

vermijden
Hij moet noten vermijden.
