Woordenlijst
Albanees – Werkwoorden oefenen

uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.

weglopen
Onze kat is weggelopen.

voelen
Hij voelt zich vaak alleen.

rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

nemen
Ze moet veel medicatie nemen.

opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.

verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.

verhuren
Hij verhuurt zijn huis.

verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
