Woordenlijst
Servisch – Werkwoorden oefenen

haten
De twee jongens haten elkaar.

beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.

aansteken
Hij stak een lucifer aan.

rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.

bedekken
Het kind bedekt zichzelf.

bereiden
Ze bereidt een taart.

uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.

achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.

verhuren
Hij verhuurt zijn huis.

schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
