Woordenlijst
Servisch – Werkwoorden oefenen

betalen
Ze betaalt online met een creditcard.

wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.

geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.

verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.

uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!

aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.

vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.

schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.

doorrijden
De auto rijdt door een boom.

aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
