Woordenlijst
Servisch – Werkwoorden oefenen

rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.

verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.

nemen
Ze moet veel medicatie nemen.

weigeren
Het kind weigert zijn eten.

voeden
De kinderen voeden het paard.

gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.

uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.

afwassen
Ik hou niet van afwassen.

afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.

kletsen
Ze kletsen met elkaar.

betalen
Ze betaalde met een creditcard.
