Woordenlijst
Servisch – Werkwoorden oefenen

bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.

consumeren
Ze consumeert een stukje taart.

overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.

wachten
We moeten nog een maand wachten.

controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.

beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?

sterven
Veel mensen sterven in films.

schilderen
Hij schildert de muur wit.

rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

vermijden
Ze vermijdt haar collega.
