Woordenlijst
Tamil – Werkwoorden oefenen

vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.

bereiden
Ze bereidt een taart.

toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.

vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.

kopen
Ze willen een huis kopen.

controleren
Hij controleert wie daar woont.

drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.

gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.

delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.

rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
