Woordenlijst
Tamil – Werkwoorden oefenen

slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.

voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.

wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.

wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.

winnen
Hij probeert te winnen met schaken.

sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.

durven
Ik durf niet in het water te springen.

vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.

gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
