Woordenlijst
Tamil – Werkwoorden oefenen

herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.

luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.

draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.

annuleren
De vlucht is geannuleerd.

aanraken
De boer raakt zijn planten aan.

kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.

verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.

komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!

wandelen
Hij wandelt graag in het bos.

gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
