Woordenlijst
Tamil – Werkwoorden oefenen

ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.

spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.

hangen
Ze hangen beide aan een tak.

hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.

slapen
De baby slaapt.

voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.

bellen
Het meisje belt haar vriendin.

vermijden
Ze vermijdt haar collega.

evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.

annuleren
Het contract is geannuleerd.
