Woordenlijst
Telugu – Werkwoorden oefenen

bespreken
De collega’s bespreken het probleem.

wachten
Ze wacht op de bus.

voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.

binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.

terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.

met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.

missen
Ik zal je zo erg missen!

worden
Ze zijn een goed team geworden.

liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

wandelen
De groep wandelde over een brug.
