Woordenlijst
Thai – Werkwoorden oefenen

opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.

openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.

bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.

springen
Hij sprong in het water.

overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.

uitgaan
Ze stapt uit de auto.

meerijden
Mag ik met je meerijden?

bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.

vertrekken
De trein vertrekt.

trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
