Woordenlijst
Thai – Werkwoorden oefenen

rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?

samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.

weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.

sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.

betalen
Ze betaalde met een creditcard.

binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.

verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.

vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.

lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.

bereiden
Ze bereidt een taart.
