Woordenlijst
Tagalog – Werkwoorden oefenen

dienen
Honden dienen graag hun baasjes.

leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.

naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.

uitgaan
Ze stapt uit de auto.

weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

raden
Je moet raden wie ik ben!

moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!

gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.

kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
