Woordenlijst
Turks – Werkwoorden oefenen

schrijven naar
Hij schreef me vorige week.

genieten
Ze geniet van het leven.

sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.

vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.

oprapen
We moeten alle appels oprapen.

voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.

naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.

voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.

belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

liggen
Ze waren moe en gingen liggen.

trainen
De hond wordt door haar getraind.
