Woordenlijst
Turks – Werkwoorden oefenen

voeden
De kinderen voeden het paard.

vermijden
Ze vermijdt haar collega.

serveren
De ober serveert het eten.

dragen
De ezel draagt een zware last.

kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.

uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.

drinken
Ze drinkt thee.

bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.

vertrekken
De trein vertrekt.

sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
