Woordenlijst
Turks – Werkwoorden oefenen

de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.

dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.

verwachten
Mijn zus verwacht een kind.

durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.

gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?

wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.

doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!

doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?

voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.

verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
