Woordenlijst
Turks – Werkwoorden oefenen

importeren
We importeren fruit uit veel landen.

wassen
De moeder wast haar kind.

vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.

de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.

wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.

uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.

mengen
De schilder mengt de kleuren.

volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.

draaien
Ze draait het vlees.

achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
