Woordenlijst
Turks – Werkwoorden oefenen

beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.

afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.

dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.

serveren
De ober serveert het eten.

vermijden
Ze vermijdt haar collega.

opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.

afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.

werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
