Woordenlijst
Oekraïens – Werkwoorden oefenen

schilderen
Hij schildert de muur wit.

bedekken
Ze bedekt haar haar.

rennen
De atleet rent.

moeten
Hij moet hier uitstappen.

plukken
Ze plukte een appel.

voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.

houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.

doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?

belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.

ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
