Woordenlijst
Oekraïens – Werkwoorden oefenen

bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.

naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.

sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.

beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.

aannemen
De sollicitant werd aangenomen.

verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!

knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.

protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.

uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
