Woordenlijst
Oekraïens – Werkwoorden oefenen

besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.

omgaan
Men moet met problemen omgaan.

verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.

bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.

omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.

aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.

weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.

verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?

binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
