Woordenlijst
Vietnamees – Werkwoorden oefenen

stoppen
De agente stopt de auto.

activeren
De rook activeerde het alarm.

verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.

veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

produceren
We produceren onze eigen honing.

uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.

kijken
Ze kijkt door een verrekijker.

uitzetten
Ze zet de wekker uit.

bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!

toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
