Woordenlijst
Chinees (vereenvoudigd) – Werkwoorden oefenen

plukken
Ze plukte een appel.

failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.

roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

bezoeken
Ze bezoekt Parijs.

handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.

bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

brengen
De bezorger brengt het eten.

bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.

missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
