Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans

批判する
上司は従業員を批判します。
Hihan suru
jōshi wa jūgyōin o hihan shimasu.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

署名する
彼は契約書に署名しました。
Shomei suru
kare wa keiyakusho ni shomei shimashita.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.

押す
看護師は患者を車いすで押します。
Osu
kankoshi wa kanja o kurumaisu de oshimasu.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

酔う
彼はほとんど毎晩酔います。
You
kare wa hotondo maiban yoimasu.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.

説明する
おじいちゃんは孫に世界を説明します。
Setsumei suru
ojīchan wa mago ni sekai o setsumei shimasu.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.

塗る
あなたのために美しい絵を塗りました!
Nuru
anata no tame ni utsukushī e o nurimashita!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!

通す
国境で難民を通すべきですか?
Tōsu
kokkyō de nanmin o tōsubekidesu ka?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?

立ち上がる
彼女はもう一人で立ち上がることができません。
Tachiagaru
kanojo wa mōhitori de tachiagaru koto ga dekimasen.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.

疑う
彼は彼の彼女だと疑っています。
Utagau
kare wa kare no kanojoda to utagatte imasu.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.

管理する
あなたの家族でお金を管理しているのは誰ですか?
Kanri suru
anata no kazoku de okane o kanri shite iru no wa daredesu ka?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?

道を見失う
戻る道が見つからない。
Michi o miushinau
modoru michi ga mitsukaranai.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
