Woordenlijst
Leer werkwoorden – Lets

sekot
Mans suns seko man, kad es skrienu.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.

atbildēt
Viņa vienmēr atbild pirmā.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

gribēt iziet
Viņa grib iziet no viesnīcas.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.

ietaupīt
Jūs ietaupat naudu, samazinot istabas temperatūru.
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.

klausīties
Viņš labprāt klausās sava grūtnieces sievas vēderā.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.

dešifrēt
Viņš ar palielināmo stiklu dešifrē mazo druku.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

protestēt
Cilvēki protestē pret netaisnību.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.

zināt
Viņa nezin kā strādā elektrība.
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.

atrast naktsmājas
Mēs atradām naktsmājas lētā viesnīcā.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
