Woordenlijst
Leer werkwoorden – Nynorsk

blande
Ymse ingrediensar må blandast.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

reise med tog
Eg vil reise dit med tog.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.

elske
Ho elskar katten sin veldig mykje.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.

tenke
Ho må alltid tenke på han.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.

flytte
Nevøen min flyttar.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.

stemme
Ein stemmer for eller imot ein kandidat.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.

betale
Ho betalte med kredittkort.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.

vaske opp
Eg likar ikkje å vaske opp.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.

produsere
Vi produserer vår eigen honning.
produceren
We produceren onze eigen honing.

miste
Han mista sjansen for eit mål.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.

skje
Noko dårleg har skjedd.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
