Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/30793025.webp
skryte
Han liker å skryte av pengene sine.

pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/90554206.webp
rapportere
Hun rapporterer skandalen til vennen sin.

melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/23468401.webp
bli forlovet
De har hemmelig blitt forlovet!

verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
cms/verbs-webp/55788145.webp
dekke
Barnet dekker ørene sine.

bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
cms/verbs-webp/43532627.webp
bo
De bor i en delt leilighet.

wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
cms/verbs-webp/94909729.webp
vente
Vi må fortsatt vente i en måned.

wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/123179881.webp
øve
Han øver hver dag med skateboardet sitt.

oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
cms/verbs-webp/101158501.webp
takke
Han takket henne med blomster.

bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/87153988.webp
fremme
Vi må fremme alternativer til biltrafikk.

bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
cms/verbs-webp/81986237.webp
blande
Hun blander en fruktjuice.

mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/99951744.webp
mistenke
Han mistenker at det er kjæresten hans.

verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkere
Syklene er parkert foran huset.

parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.