Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

sjekke
Tannlegen sjekker tennene.
controleren
De tandarts controleert de tanden.

lamslå
Overraskelsen lamslår henne.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.

bør
Man bør drikke mye vann.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.

få sykemelding
Han må få en sykemelding fra legen.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.

like
Barnet liker den nye leken.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.

beskytte
Moren beskytter sitt barn.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.

glemme igjen
De glemte ved et uhell barnet sitt på stasjonen.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

kommentere
Han kommenterer politikk hver dag.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.

avlyse
Flyvningen er avlyst.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.

tenke
Du må tenke mye i sjakk.
denken
Je moet veel denken bij schaken.

øve
Han øver hver dag med skateboardet sitt.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
