Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/118826642.webp
forklare
Bestefar forklarer verden for barnebarnet sitt.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/108520089.webp
inneholde
Fisk, ost og melk inneholder mye protein.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/92456427.webp
kjøpe
De vil kjøpe et hus.
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/117311654.webp
bære
De bærer barna sine på ryggene sine.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
cms/verbs-webp/116835795.webp
ankomme
Mange mennesker ankommer med bobil på ferie.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/115628089.webp
forberede
Hun forbereder en kake.
bereiden
Ze bereidt een taart.
cms/verbs-webp/114052356.webp
brenne
Kjøttet må ikke brenne på grillen.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/101630613.webp
søke
Tyven søker gjennom huset.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/120200094.webp
blande
Du kan blande en sunn salat med grønnsaker.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/103232609.webp
stille ut
Moderne kunst blir stilt ut her.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
cms/verbs-webp/96476544.webp
fastsette
Datoen blir fastsatt.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/123648488.webp
stikke innom
Legene stikker innom pasienten hver dag.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.