Woordenlijst
Leer werkwoorden – Portugees (BR)

avaliar
Ele avalia o desempenho da empresa.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.

deixar parado
Hoje muitos têm que deixar seus carros parados.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.

superar
As baleias superam todos os animais em peso.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.

chegar
A sorte está chegando até você.
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.

ficar em frente
Lá está o castelo - fica bem em frente!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!

remover
O artesão removeu os antigos azulejos.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.

mudar-se
O vizinho está se mudando.
verhuizen
De buurman verhuist.

passar
Os estudantes passaram no exame.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.

significar
O que este brasão no chão significa?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?

corrigir
A professora corrige as redações dos alunos.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

sobrecarregar
O trabalho de escritório a sobrecarrega muito.
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
