Woordenlijst
Leer werkwoorden – Roemeens

schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
красить
Я нарисовал для вас красивую картину!

kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
смотреть
Она смотрит через бинокль.

werken
Ze werkt beter dan een man.
работать
Она работает лучше, чем мужчина.

rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
кататься
Дети любят кататься на велосипедах или самокатах.

dansen
Ze dansen verliefd een tango.
танцевать
Они танцуют танго с любовью.

afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
сжигать
Огонь сожжет много леса.

ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
получать
Она получила очень хороший подарок.

weglopen
Onze kat is weggelopen.
убегать
Наша кошка убежала.

sluiten
Ze sluit de gordijnen.
закрывать
Она закрывает шторы.

ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
увольнять
Босс уволил его.

achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
переводить
Скоро нам снова придется переводить часы назад.
