Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/70624964.webp
baviť sa
Na lunaparku sme sa skvele bavili!
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
cms/verbs-webp/51573459.webp
zdôrazniť
Oči môžete dobre zdôrazniť makeupom.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/46602585.webp
prepravovať
Bicykle prepravujeme na streche auta.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/21529020.webp
bežať smerom
Dievča beží k svojej mame.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/118826642.webp
vysvetliť
Dedko vysvetľuje svet svojmu vnukovi.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/40632289.webp
chatovať
Študenti by nemali chatovať počas vyučovania.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/62175833.webp
objaviť
Námorníci objavili novú krajinu.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
cms/verbs-webp/110056418.webp
prehovoriť
Politik prehovorí pred mnohými študentmi.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/122290319.webp
odložiť
Každý mesiac chcem odložiť trochu peňazí na neskôr.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
cms/verbs-webp/127620690.webp
zdanit
Firmy sú zdaňované rôznymi spôsobmi.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/1422019.webp
opakovať
Môj papagáj môže opakovať moje meno.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/117491447.webp
závisieť
Je slepý a závisí na vonkajšej pomoci.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.