Testen 3



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Mar 27, 2025

0/10

Klik op een woord
1. zij beiden
/ ellas dos   See hint
2. Ik tel tot drie.
Yo cuento tres.   See hint
3. vier, vijf, zes,
cuatro, , seis   See hint
4. dertien
5. Wie stofzuigt?
¿Quién pasa aspiradora?   See hint
6. Ik wil graag een groenteschotel.
un plato de verduras.   See hint
7. Welke bus moet ik nemen?
¿Qué línea tengo que ,   See hint
8. Wanneer eindigt de rondleiding?
¿Cuándo acaba la visita ,   See hint
9. Neem je zonnehoed mee.
Lleva el contigo .   See hint
10. Ik heb een halsketting en een armband nodig.
necesito una cadena y una pulsera.   See hint