Testen 4



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Tue Apr 08, 2025

0/10

Klik op een woord
1. de man
hombre   See hint
2. zeven, acht, negen
siete, , nueve   See hint
3. Zij werkt op kantoor.
Ella trabaja en una ,   See hint
4. Wie doet de afwas?
¿Quién lava la ,   See hint
5. Hoe kom ik bij de luchthaven?
¿Cómo se al aeropuerto?   See hint
6. Ik wil graag iets wat niet lang duurt.
Querría algo que tarde mucho.   See hint
7. Welke bus rijdt er naar het centrum?
¿Qué autobús va centro?   See hint
8. Waar moet ik overstappen?
, debo hacer trasbordo / cambiar?   See hint
9. Hoe lang duurt de rondleiding?
¿Cuánto tiempo dura la visita ,   See hint
10. Wil je een plattegrond meenemen?
¿Quieres llevar un de carreteras?   See hint